1 april 2012 Johannes Passion van J.S. Bach

Cantate Corde voerde dit indrukwekkende werk voor de zesde keer uit, deze keer met een speciaal barokorkest. Het geheel maakte een heel positieve indruk op het publiek.

De Johannes Passion

kruisigingDe in 1724 gecomponeerde Johannespassion is een van de beroemdste passies, een muzikale vertelling van het lijden en sterven van Jezus volgens het Evangelie naar Johannes. De stemmen van de evangelist, Christus en andere hoofdrolspelers worden verwoord door solisten. Het koor verwoordt de stemmen van de mensen die roepen om de vrijlating van Barabas in plaats van Jezus en van hen die wenen bij de kruisiging van Jezus. De muziek die Bach bij het verhaal van Johannes componeerde is heel afwisselend. Op plaatsen waar hij de zangers de letterlijke tekst van het bijbelverhaal laat zingen, blijft hij, ook muzikaal, vrij onpartijdig. Op andere plaatsen geeft hij in vaak diep emotionele aria’s en koren zijn persoonlijke gevoelens weer: zijn medelijden met Jezus, zijn afschuw over het verraad van Judas, zijn hoop op een betere toekomst. Soms is de muziek heel complex, soms juist van een grote eenvoud. Het orkest wordt heel effectief ingezet om allerlei details uit het verhaal uit te beelden. Echte hoogtepunten schuilen in de massascènes, waarin Bachs compositie voor het koor de nodige wreedheid en verwarring suggereert. Wie de Matthäus Passion een beetje te veel van het goede vindt, kan terecht bij deze kortere, intensere en evenzeer treffende Johannes Passion.

Orkest 
Voor deze uitvoering van de Johannes Passion koos Cantate Corde voor een barokorkest, dat gebruikmaakt van de authentieke instrumenten uit de tijd van Bach. Met als resultaat een zachtere, minder scherpe klank dan die van hedendaagse orkesten. De bezetting van het orkest bestond voor deze gelegenheid uit onder meer een traverso, houten hobo’s, een viola d’amore en viola da gamba, en een teorbe (zie afbeelding hieronder).

theorbe

 

 

 

Uitvoerenden
Het concert werd uitgevoerd door de ongeveer 70 zangers van Cantate Corde, aangevuld met vijf solisten: sopraan Christel de Meulder, alt Inez Carsauw, tenor Harry van Berne en de bassen Julian Hartman en Ken Gould. Zij werden begeleid door Cappella Maria Barbara onder leiding van Henk van Zonneveld. Het continuo werd verzorgd door Henk van Zonneveld (orgel) en Harjo Neutkens (teorbe). Het geheel stond zoals altijd weer onder leiding van dirigent André Telderman.