Feestelijk winterconcert met Sinterklaas en Kerst

Het winterconcert 2018 was een indrukwekkende happening, in een meer dan goed gevulde Lambertuskerk. Na Der Stern van Bethlehem, een romantisch werk dat met orkest en twee solisten voor de pauze werd gebracht, kwam na de pauze de verrassing met de Saint Nicolas Cantate van Britten. Een spectaculair werk, dat mede dankzij de medewerking van jeugdkoor Senta, een uitgebreid Möbius Ensemble met veel slagwerk, en drie solo zingende jongenssopranen veel indruk maakte op het publiek. De nazit was als vanouds goed bezocht en heel gezellig!

 

Hieronder een uitgebreide reactie van een van onze trouwe bezoekers.

 

“Een Kerstconcert op 8 december?

Dat lijkt meer op Sinterklaas!

 

Nou dat klopt dan ook, na de pauze werd dit concert ingevuld door Sinterklaas: de ‘Cantate Saint Nicolas’ van Benjamin Britten (1913-1976). Voor de pauze een bekende van het koor ‘Der Stern von Bethlehem’ van Joseph Rheinberger (1839-1901).

Een half uur voor aanvang zat de kerk al zo goed als vol en met een dik programmaboekje met alle teksten en advertenties werden wij naar onze plaatsen gewezen. De 90 bedrijven die dit concert gesponsord hadden, hebben iets moois mee opgezet. Naast Cantate Corde waren er verschillende solisten, een jeugdkoor uit Zaltbommel en een professioneel orkest: het Möbius Ensemble.

 

Vanaf de immense podiumtribune van zo’n twee meter hoog begint het koor met het eerste deel. De mannen moeten een enkele keer vierstemmig zingen en jammer genoeg komt dat vanaf hun hoge plaats op de tribune niet genoeg door. Wel slaagt het koor erin zoveel mogelijk een mooie balans te laten horen door de andere stemmen niet te laten overheersen. De sopraansolo uit het tweede deel zou iets meer volume mogen hebben, maar wordt muzikaal gezongen en de mannen die driestemmig een net iets te enthousiast tempo hebben, worden door de dirigent goed beteugeld. Als de engel in deel drie verschijnt gaat dat met veel plotseling geweld en zuiver gezongen hoge noten. De korte (gepuncteerde) zouden wat meer articulatie mogen hebben want in deze kerk valt er door de zware akoestiek veel weg. Als we in Bethlehem aankomen moet de bas-solist volgens de partituur ‘lieflijk’ zingen (dolce) en dat lukt hem pas verderop in het deel, dat hij verder erg mooi uitzingt.

Pas een echte kerstsfeer heeft het deel waar de herders bij de kribbe aankomen. Alles zat op z’n plaats bij dit opvallend mooie zes-stemmige stuk. Rheinberger haalt alle mogelijkheden uit de kast bij het deel over de ster met aanstormende wolken. Het plezier bij het zingen straalt er bij iedereen vanaf; het klinkt dan ook letterlijk en figuurlijk geweldig. Vervolgens moeten de wijzen worden aanbeden door het mannenkoor en dat klinkt niet makkelijk. Het is eigenlijk ook voor drie solostemmen of klein koor geschreven. Als Maria zingt (sopraansolo) wordt ze erg mooi begeleid door het orkest en in de wat zachtere gedeelten klinkt het bijzonder mooi. Het laatste deel begint met een herhaling van het eerste deel en een fuga. Nooit makkelijk om te zingen, maar het klinkt doorleefd en het is opvallend dat het kleine orkest tot zo’n groot volume in staat is.

Na de pauze worden sommige mensen de oren gewassen met de Sint Nicolas Cantate van Britten.  Een koorstuk over Sinterklaas in opdracht van een middelbare school. Bovenop de teksten zijn nog wat schepjes extra gedaan, omwille van de dramatiek. De pauze eindigt met een forse slag op de gong, die de dirigent maant dat het weer gaat beginnen.

Een mooie vioolsolo en melodieën met grote sprongen zetten een mistig sfeertje neer van de weg van 1600 jaar geschiedenis, waar het koor mooi doorheen breekt. Nicolaas is nog een klein ventje, vertolkt door een iele jongensstem waar de zaal stil van wordt. Het zit verpakt in een sausje van een supervrolijk melodietje. Als Nicholas zich aan God gaat wijden, neemt de tenorsolo het over. Het klinkt hier en daar wat te fors maar is ook niet makkelijk om te zingen en om naar te luisteren. Zijn reis naar Palestina wordt eenstemmig gezongen door alle mannen. Door de akoestiek en de hoge plaats van de mannen komt dit net niet helder genoeg over. Wel helder en superzuiver klinkt het kinderkoor, maar dat staat dan achter ons hoog bij het orgel. Ook het einde door de tenor is verbazend mooi.

Dan is het de beurt aan het publiek om mee te zingen. Drie coupletjes, die net na de pauze zijn gerepeteerd met dirigent Carl van Kuyck, en die in de meesterlijke compositie van Britten verschillend worden begeleid door koor en orkest. Dit geeft een gevoel van saamhorigheid!

In deel zes komt Nicholas uit het gevang en moet hij veel vertellen met veel springerige nootjes. De solist doet dat vol overtuiging. En dan het meest bizarre stuk: Marcherende zwervers bieden ingeblikte kinderen aan om op te eten … Uiteindelijk wekt Nicholas ze weer tot leven. Ze komen dan als drie koorknapen -halleluja zingend- van achter uit de kerk aangelopen en er gaat een gegrinnik op in het publiek. Natuurlijk wordt vervolgens de vroomheid van Nicholas bezongen met devoot en mooi gezongen “Britten-akkoorden”. Ook aan het leven van Nicholas komt een eind en het hele publiek mag weer meezingen en eindigen met amen. Ook dan weer een gevoel van saamhorigheid… op naar Kerstmis.

 

Jos Schenkelaars
Een trouwe luisteraar”