Eerste concert met nieuwe dirigent groot succes!

 

Onder leiding van de nieuwe dirigent Carl van Kuyck werden twee uitdagende werken gezongen: Dixit Dominus van G.F. Händel en Davide Penitente van W.A. Mozart. Hoewel beide werken een zeer hoog niveau van alle uitvoerenden vereisten, werd de avond een succes. Hieronder een recensie van een van onze bezoekers.

CONCERT CANTATE CORDE

 

Afgelopen zaterdag 17 oktober was de Lambertuskerk nagenoeg vol met luisteraars voor een van de twee jaarlijkse concerten van Cantate Corde. Op het programma twee forse werken waar ook prominente dirigenten met professionele koren een kluif aan hebben. Plezierig was de toevoeging van een inleider in de persoon van Thijs Bonger die dat voor de radio ook doet. Vooraf aan elk van de twee werken plaatste hij die in een mooie omlijsting.

Voor de pauze het Dixit Dominus van Händel, een vroeg werk van hem (22 jaar) geschreven vanuit een studie in Italië met veel opera’s. In het stuk -een psalm- zijn veel verschillende sferen door de verschillende teksten: De Heer zweert, verplettert hoofden en koningen, laat de lijken zich opstapelen en even later drinkt hij uit een beekje.

Het koor werd uitstekend begeleid door het Möbius Ensemble dat door de dirigent elf jaar geleden zelf werd opgericht. Door te blijven staan straalden de strijkers bij dit stuk een zeer actieve houding uit en die kwam in het openingsstuk goed van pas. Direct daarop een duet voor altsolo (Rianne Wilbers) en continuo (cello en orgel) met veel slierten noten (melismen) die geen moment verveelden. Maar de solo van de sopraan (Sandra van Loon) die daarop volgde werd met te veel vibrato voor deze soort muziek gezongen. Als even verderop “de Heer zweert”, klink dat in volle doordringende en door het koor zuiver gezongen klanken. Later, bij de inzetten van het koor die net niet op de tel mogen vallen en snel na elkaar moeten als in een snelle canon, blijkt pas hoe moeilijk dit stuk is. Ook speelt waarschijnlijk mee dat het stuk gecomponeerd is voor instrumenten die in die tijd een halve toon lager stonden maar zelfs dan nog is het voor de sopranen in een erg hoge ligging.

Daarop volgt een syncopisch deel voor de vier solisten en nu blijkt een dirigent toch wel nodig maar die stond achter de solisten met scherpe slag voor de begeleiding te dirigeren. Gelukkig wist de maatvaste tenor (Maarten van den Hoven) de boel bij elkaar te houden. Een rustig en mooi deel volgt als “de Heer uit de beek drinkt”, waarbij de ene solist zich goed aan de andere weet aan te passen en het koor vult perfect aan: zo moet het.

Natuurlijk aan het eind een Gloria Patri (eer aan de Vader) en een amen (het is goed). Wat mij betreft nét te lang en nét te veel snelle nootjes, maar wel een prima uitgevoerde afsluiting van dit werk.

Na de pauze eerst de toelichting van Thijs Bonger op Davide Penitente van Mozart. Daarbij horen we dat het werk wat onderdelen heeft van andere composities van Mozart. Klopt: regelmatig hoor ik later zijn Grosse Messe, de Krönungsmesse en zelfs het requiem voorbijkomen.

Het orkest krijgt wat uitbreiding met koper en pauken en daarmee is het Möbius Ensemble tot een orkest uitgegroeid dat in het eerste deel een ontzettend mooie evenwichtige klank weet weg te zetten. Helaas klinkt er te vaak en te lang het gerammel van pauzekoffiekopjes en dichtslaande deuren tussendoor. In de aria horen we de mezzosopraan met veel gemak, plezier en kunde alle loopjes zingen en we zien haar zelfs wat swingen terwijl het orkest het tempo makkelijk volgt. Als even later er een duet volgt is nu de onderlinge verhouding van beide solisten wat zoek en wordt de aria voor tenor wat mat maar wel zuiver gezongen.

Het zevende deel heet “dubbelkoor” en daarbij zijn de partijen gesplitst. Er wordt dan achtstemmig gezongen en daarbij bereikt het koor zijn grenzen. Maar dan te bedenken dat de dirigent nog geen jaar voor dit koor staat. Een prestatie van formaat voor beide!

De sopraan heeft nog een solo met een grote omvang en veel moeilijke sprongen die allemaal netjes gezongen werden zeker daar waar ze haar stem beheerst gebruikte. Als voor de laatste keer drie solisten zingen (trio) is dat een mooi geheel en nu zijn de syncopen wel precies in de maat. Dat allemaal als voorloper voor de Finale: “Wie op God vertrouwt…” Een kapitaal klinkende opening met een erg lange fuga voor het koor waarin Mozart nog even allerlei akkoorden laat ontstaan, loopt prima door een rustig dirigerende dirigent. Het slot is kort en krachtig en wordt mooi vol overgave gezongen. Daarna ziet iedereen er vermoeid en blij uit… dat mag dan ook wel.

 

Jos Schenkelaars

Een trouwe bezoeker.