Recensie: Cantate Corde geeft boeiende uitvoering van Bachs Johannes-Passion

De Lambertuskerk van Raamsdonk lag er fraai bij op 2 april, een frisse lentezondag. Het was niet de eerste keer dat wij er een concert van Cantate Corde bijwoonden. Wel was het onze eerste live-uitvoering van de Johannes-Passion. We kenden het oratorium alleen van opnames. Die zijn natuurlijk zonder uitzondering van hoog niveau, hoe verschillend ze verder ook zijn. Welnu, datzelfde niveau bereikte de uitvoering die Cantate Corde en het Möbius Ensemble presenteerden: top. Wij hebben van het bewogen openingskoor tot aan het ingetogen slotkoraal geboeid en meermaals ontroerd geluisterd. Het minst van alles droeg de tekst daartoe bij. Behalve uit de evangeliewoorden van Johannes (gemengd met een paar blijkbaar onmisbare passages van het oudere Mattheusevangelie) bestaat de tekst van de Johannes-Passion, net als die van de Matthäus, uit oude kerkliederen en vrome gedichten, gedachten en gebeden. Vermoedelijk zullen weinigen van ons die tegenwoordig nog als een authentieke uitdrukking van ‘geloof’ opvatten. Bachs muziek maakt echter goed wat de woorden aan kracht hebben verloren. Zij doet wat kunst altijd doet: de doorgang naar een andere werkelijkheid voor ons op een kier zetten; niet meer maar vooral ook niet minder. Ga er maar aan staan, als koor van uit het hart zingende liefhebbers, in samenwerking met professionals!

De samenwerking tussen Cantate Corde, het Möbius Ensemble en de solisten was zonder meer geslaagd te noemen. Wij werden verrast, om te beginnen, door prachtige solostemmen. Misschien was de alt in de eerste aria nog niet helemaal op dreef, maar in de tweede en cruciale aria (‘Es ist volbracht’) nam zij ruim revanche. Wat bij de eerste aria (‘Von den Stricken meiner Sünden’) ook een rol kan hebben gespeeld is de verhouding tussen de zangpartij en de begeleiding met (continuo en) twee hobo’s. Gegeven de akoestiek van de Lambertuskerk (zie onze slotzinnen), klinken die laatste nogal door. Ze nemen dan gemakkelijk enkele dynamische nuances weg in een altpartij, zeker voor diegenen die wat verder naar achter in de kerk zitten. Voor het overige niets dan lof voor zowel de solisten als de begeleiding. Een enkele verkeerde inzet werd soepel opgevangen.

Het Möbius Ensemble is in de loop de jaren uitgegroeid tot een goed gebalanceerd kamerorkest, waar het enthousiasme van afspat. De instrumentale solo’s bij de diverse recitatieven en aria’s waren bij hen in goede handen. De ondersteuning van de evangelist (de tenor bleek een ras-verteller) was zeer geconcentreerd.

Maar vooral het koor van Oratoriumvereniging Cantate Corde leverde een prestatie van formaat. De voorbereiding van de Johannes-Passion is een project van lange adem, waarvoor gezamenlijke motivatie en doorzettingsvermogen essentiëel zijn. In dit geval werd de wekelijkse voortgang ook nog eens twee jaar onderbroken door de coronabeperkingen. Het moet een grote voldoening zijn geweest, dat het nu eindelijk tot een uitvoering is gekomen. Gelukkig sloeg die voldoening niet om in een over-enthousiast zangfestijn. Want noch de felheid van sommige passages, noch het meditatieve karakter van andere zou dat verdragen hebben. Wij waren met name benieuwd hoe het koor het eraf zou brengen bij het halsstarrige ‘Wir haben ein Gesetz’ en het ritmische (zelfs syncopische) gedobbel om het kleed van de gekruisigde ‘Lasset uns den nicht zerteilen’. De grootte van het koor is bij zulke snelle passages eerder een belemmering dan een voordeel. Maar ook bij deze uitdagingen hield de eenheid van de koorstem stand. Niet onbelangrijk detail: de vereiste precisie is alleen te bereiken bij een nauwkeurige uitspraak van het Duits. Daar gaat het bij Nederlandse koren nogal eens mis, maar niet bij Cantate Corde, al blijft het constant opletten.

Dat alles is natuurlijk voor een belangrijk deel op het conto te schrijven van dirigent Carl van Kuyck. Zijn interpretatie laat een groot aantal registers van de muziek spreken, zijn oor voor details zowel in de koor- als in de orkestpartijen is indrukwekkend, en hij weet zowel de vaart erin te houden als de verstilling te laten duren. Kennelijk is er overigens achter de schermen nog een andere bekwame dirigent in het spel, want ook de organisatie van het concert (inclusief het informatieve tekstboekje) was àf.

Het enige wat wij ons na afloop afvroegen was dit: ongetwijfeld is de Raamsdonkse Lambertuskerk een sfeervolle omgeving voor een uitvoering van oratoriummuziek. Maar de akoestiek is er, zacht uitgedrukt, erg gevoelig. Solistische stemmen met bescheiden begeleiding klinken er fantastisch, evenals gedragen koralen. Maar met een koor van vijftig zangers en een stevig kamerorkest ontstaat er een galm die zowel de polyfonie als de ritmiek verdoezelt. Laten we aannemen dat dit de prijs is die betaald moet worden om in de eigen omgeving van Cantate Corde te laten horen waartoe men in staat is. Maar wij zouden nieuwsgierig zijn naar een uitvoering in een ruimte met een beter beheersbare akoestiek.

 

Emilie Hoogeveen

Bert van Roermund

(Tilburg)