Zaterdag 11 december 2010 – Weihnachtsoratorium van J.S. Bach

Een uniek megawerk voor een uitverkochte Lambertuskerk

Op zaterdag 11 december voerde Cantate Corde in de Lambertuskerk in Raamsdonk het complete Weihnachtsoratorium van Johann Sebastian Bach uit. Een prachtig, avondvullend kerstconcert, met zoals altijd een gezellige borrel na afloop.

De uitvoering
Het Weihnachtsoratorium van Johann Sebastian Bach (1685-1750) is bijzonder populair, en niet alleen bij de liefhebbers van barokmuziek. Het wordt dan ook vaak (meestal gedeeltelijk) uitgevoerd in de kersttijd. Het werk stelt echter wel zeer hoge eisen aan de uitvoerenden, zowel aan het koor als aan solozangers en begeleiding.

Heel bijzonder was dan ook dat Cantate Corde het oratorium volledig ten gehore bracht. En dat werd met het nodige vakmanschap en veel enthousiasme gedaan, zowel door het koor als door de solisten en het begeleidend orkest. De uitvoerenden waren na afloop zeer tevreden, en ook het publiek was vol lof en onder de indruk van de manier waarop zij dit megawerk hadden vertolkt.

Het concert werd uitgevoerd door de ongeveer 70 zangers van Cantate Corde, aangevuld met sopraan Hadewijch Vroon, alt Inez Carsauw, tenor Alex Vermeulen en Bas Julian Hartman. Zangers en solisten werden begeleid door Camera Musicorum Bredana o.l.v. Paul de Meyer. Het Continuo werd verzorgd door Toine Jimkes op klavecimbel. Het geheel stond zoals altijd onder leiding van dirigent André Telderman.

Het werk
Het Weihnachtsoratorium bestaat uit zes afzonderlijke maar inhoudelijk verbonden werken, meestal aangeduid als cantates. Deze waren oorspronkelijk bedoeld voor zes verschillende dagen in de periode van kerst tot en met Driekoningen: de eerste drie voor achtereenvolgens de eerste, tweede en derde kerstdag, en de delen vier, vijf en zes voor de erediensten op Nieuwjaarsdag, de zondag daarna en Driekoningen. Elk van de cantates bevat een deel van het kerstverhaal, en samen vormen ze dus een oratorium over de eerste dagen van het leven van Jezus. Doordat telkens een ander deel van het verhaal wordt verteld, heeft elke cantate een geheel eigen karakter. De teksten zij ontleend aan de evangelies volgens Matteus en Lucas.

Bach hanteerde in zijn Weihnachtsoratorium de technieken waarin hij bedreven was sinds het schrijven van zijn Passies: hij maakt gebruik van een evangelist om het verhaal vaart te verlenen, overpeinzende aria’s om meditatie te bevorderen, koralen om de gelovigen bij het verhaal te betrekken en een koor dat voor verschillende doeleinden wordt ingezet (zo zijn de koorleden beurtelings leden van de hemelse menigte, de schaapherders en tenslotte de drie koningen). Zo maakte hij het Weihnachtsoratorium als het ware een blij fotonegatief van zijn passies.