Meezingmiddag: 9 mei 2020 van 13.00 tot 16.00 uur

Na eerder afstel gaat het dan nu toch echt gebeuren: op 9 mei 2020 houden wij voor alle geïnteresseerden een meezingmiddag in het ontmoetingscentrum/De Zeven Zusters in Raamsdonk. Een uitgelezen kans om eens mee te maken hoe het er in de praktijk bij Cantate Corde aan toe gaat. En om eens uit te proberen of een lidmaatschap iets voor jou zou kunnen zijn. Want de vereniging kan altijd nieuwe leden gebruiken. Er is geen specifieke kennis of voorbereiding vereist. Wel is het handig als je wat zangervaring hebt. Voor koffie en thee wordt gezorgd, het wordt gegarandeerd heel gezellig en na afloop drinken we een glas. Gewoon komen, dus!

We willen wel graag even weten op hoeveel mensen we moeten rekenen, dus meld je even aan bij Nico Noordermeer (06-50281528), Paul van Geelen (06-83656949) of Ruud van Hussen (06-51784413).

Winterconcert 2019: meeslepende en sfeervolle uitvoering van Die Jahreszeiten.

In een volle Lambertuskerk werd zaterdag 14 december 2019 Die Jahreszeiten van Haydn ten gehore gebracht. Het publiek werd meegenomen door de seizoenen, die allemaal hun eigen sfeer ademden. De lente, verwachtingsvol en vruchtbaar, de zomer, zinderend heet en eindigend in een daverend onweer, de herfst, opgetogen door de goede oogst en succesvolle jacht en de winter, verstild en koud. Cantate Corde mocht zich gelukkig prijzen met de samenwerking met het prachtig spelende Möbius Ensemble en de drie zeer getalenteerde solisten.

Na het concert volgde de bekende nazit met een drankje en vele complimenten van het publiek.

Al met al een meeslepend en sfeervol concert.

26 mei 2019 extra concert in Waalwijk, gratis toegang

Gevarieerd concert in Waalwijkse kerk St. Jan de Doper
Zondag 26 mei 2019, 14.30 uur

Wij zijn verheugd dat we door de Stichting Vrienden van Sint Jan de Doper zijn uitgenodigd om in mei hun maandelijkse zondagmiddagconcert voor onze rekening te nemen. Wij zullen in Waalwijk een gevarieerde mix van eerder gezongen werken laten horen, zoals delen uit de requiems van Brahms en Daley, Paulus van Mendelssohn en de Nocturnes van Mozart. Daarnaast staan er enkele werken van Fauré, Schubert en Bruckner op het programma en laten we alvast een voorproefje horen van Die Jahreszeiten van Haydn, het werk dat we in december dit jaar in Raamsdonk in z’n geheel zullen uitvoeren.

Cantate Corde zal worden begeleid door pianist Ben Martin Weijand en het geheel staat uiteraard onder leiding van dirigent Carl van Kuyck.

De toegang voor dit concert is gratis; wel zal de Stichting Vrienden van Sint Jan de Doper na afloop een vrijwillige bijdrage vragen.

 

Feestelijk winterconcert met Sinterklaas en Kerst

Het winterconcert 2018 was een indrukwekkende happening, in een meer dan goed gevulde Lambertuskerk. Na Der Stern van Bethlehem, een romantisch werk dat met orkest en twee solisten voor de pauze werd gebracht, kwam na de pauze de verrassing met de Saint Nicolas Cantate van Britten. Een spectaculair werk, dat mede dankzij de medewerking van jeugdkoor Senta, een uitgebreid Möbius Ensemble met veel slagwerk, en drie solo zingende jongenssopranen veel indruk maakte op het publiek. De nazit was als vanouds goed bezocht en heel gezellig!

 

Hieronder een uitgebreide reactie van een van onze trouwe bezoekers.

 

“Een Kerstconcert op 8 december?

Dat lijkt meer op Sinterklaas!

 

Nou dat klopt dan ook, na de pauze werd dit concert ingevuld door Sinterklaas: de ‘Cantate Saint Nicolas’ van Benjamin Britten (1913-1976). Voor de pauze een bekende van het koor ‘Der Stern von Bethlehem’ van Joseph Rheinberger (1839-1901).

Een half uur voor aanvang zat de kerk al zo goed als vol en met een dik programmaboekje met alle teksten en advertenties werden wij naar onze plaatsen gewezen. De 90 bedrijven die dit concert gesponsord hadden, hebben iets moois mee opgezet. Naast Cantate Corde waren er verschillende solisten, een jeugdkoor uit Zaltbommel en een professioneel orkest: het Möbius Ensemble.

 

Vanaf de immense podiumtribune van zo’n twee meter hoog begint het koor met het eerste deel. De mannen moeten een enkele keer vierstemmig zingen en jammer genoeg komt dat vanaf hun hoge plaats op de tribune niet genoeg door. Wel slaagt het koor erin zoveel mogelijk een mooie balans te laten horen door de andere stemmen niet te laten overheersen. De sopraansolo uit het tweede deel zou iets meer volume mogen hebben, maar wordt muzikaal gezongen en de mannen die driestemmig een net iets te enthousiast tempo hebben, worden door de dirigent goed beteugeld. Als de engel in deel drie verschijnt gaat dat met veel plotseling geweld en zuiver gezongen hoge noten. De korte (gepuncteerde) zouden wat meer articulatie mogen hebben want in deze kerk valt er door de zware akoestiek veel weg. Als we in Bethlehem aankomen moet de bas-solist volgens de partituur ‘lieflijk’ zingen (dolce) en dat lukt hem pas verderop in het deel, dat hij verder erg mooi uitzingt.

Pas een echte kerstsfeer heeft het deel waar de herders bij de kribbe aankomen. Alles zat op z’n plaats bij dit opvallend mooie zes-stemmige stuk. Rheinberger haalt alle mogelijkheden uit de kast bij het deel over de ster met aanstormende wolken. Het plezier bij het zingen straalt er bij iedereen vanaf; het klinkt dan ook letterlijk en figuurlijk geweldig. Vervolgens moeten de wijzen worden aanbeden door het mannenkoor en dat klinkt niet makkelijk. Het is eigenlijk ook voor drie solostemmen of klein koor geschreven. Als Maria zingt (sopraansolo) wordt ze erg mooi begeleid door het orkest en in de wat zachtere gedeelten klinkt het bijzonder mooi. Het laatste deel begint met een herhaling van het eerste deel en een fuga. Nooit makkelijk om te zingen, maar het klinkt doorleefd en het is opvallend dat het kleine orkest tot zo’n groot volume in staat is.

Na de pauze worden sommige mensen de oren gewassen met de Sint Nicolas Cantate van Britten.  Een koorstuk over Sinterklaas in opdracht van een middelbare school. Bovenop de teksten zijn nog wat schepjes extra gedaan, omwille van de dramatiek. De pauze eindigt met een forse slag op de gong, die de dirigent maant dat het weer gaat beginnen.

Een mooie vioolsolo en melodieën met grote sprongen zetten een mistig sfeertje neer van de weg van 1600 jaar geschiedenis, waar het koor mooi doorheen breekt. Nicolaas is nog een klein ventje, vertolkt door een iele jongensstem waar de zaal stil van wordt. Het zit verpakt in een sausje van een supervrolijk melodietje. Als Nicholas zich aan God gaat wijden, neemt de tenorsolo het over. Het klinkt hier en daar wat te fors maar is ook niet makkelijk om te zingen en om naar te luisteren. Zijn reis naar Palestina wordt eenstemmig gezongen door alle mannen. Door de akoestiek en de hoge plaats van de mannen komt dit net niet helder genoeg over. Wel helder en superzuiver klinkt het kinderkoor, maar dat staat dan achter ons hoog bij het orgel. Ook het einde door de tenor is verbazend mooi.

Dan is het de beurt aan het publiek om mee te zingen. Drie coupletjes, die net na de pauze zijn gerepeteerd met dirigent Carl van Kuyck, en die in de meesterlijke compositie van Britten verschillend worden begeleid door koor en orkest. Dit geeft een gevoel van saamhorigheid!

In deel zes komt Nicholas uit het gevang en moet hij veel vertellen met veel springerige nootjes. De solist doet dat vol overtuiging. En dan het meest bizarre stuk: Marcherende zwervers bieden ingeblikte kinderen aan om op te eten … Uiteindelijk wekt Nicholas ze weer tot leven. Ze komen dan als drie koorknapen -halleluja zingend- van achter uit de kerk aangelopen en er gaat een gegrinnik op in het publiek. Natuurlijk wordt vervolgens de vroomheid van Nicholas bezongen met devoot en mooi gezongen “Britten-akkoorden”. Ook aan het leven van Nicholas komt een eind en het hele publiek mag weer meezingen en eindigen met amen. Ook dan weer een gevoel van saamhorigheid… op naar Kerstmis.

 

Jos Schenkelaars
Een trouwe luisteraar”

 

Sint Nicolaas en Kerst

Op 8 december 2018 was de Lambertuskerk in Raamsdonk het feestelijke decor voor twee decemberfeesten, met Der Stern von Bethlehem van Rheinberger en Saint Nicolas van Britten.

Lees verder

Uitvoering requiems Daley en Brahms een succes!

De uitvoering van de requiems van Daley en Brahms, zaterdag 26 mei 2018, was een succes. Gezien het moeilijke karakter van beide werken zijn we daar trots op als koor!

Hieronder de ervaringen van Jos Schenkelaars, een vaste bezoeker van onze concerten.

Concert Cantate Corde

In een goed gevulde Lambertuskerk in Raamsdonk zong Cantate Corde zaterdagavond twee requiems. Enkele jaren geleden ook, maar nu zijn het wel twee andere. Vooraf aan het concert komt iedereen goed op tijd binnen, want er zijn nauwelijks besproken plaatsen en hier is het anders dan in het Chassé; bijna iedereen kent iedereen… Het is dus een gezellig kletsen totdat de voorzitter haar woordje doet en de ‘noeste arbeid’ van het koor noemt die nodig was voor dit concert. Ook vertelt ze dat het nu twee dodenmissen betreft waarbij de teksten veelal gaan over de levende mensen die overblijven.

Het eerste requiem uit 1993 is van Eleanor Daley (*1955) en heeft maar twee delen met latijnse teksten die aan de dienst uit de katholieke kerk doen denken. Het eerste deel ‘requiem aeternam’ waarbij de kist wordt binnengedragen en het laatste ‘in paradisum’ waarbij de kist naar de laatste rustplaats gaat. Daartussen Engelse teksten met verschillende achtergronden. Het werk zelf is niet onbekend voor het koor en dat is ook nodig om dit stuk met soms moeilijke en schuivende akkoorden goed te kunnen zingen. Sommige noten geven alleen maar kleur aan een akkoord en die kleuring moet je aanvoelen en dus moeten zangers bij dit stuk zelf veel luisteren hoe het geheel klinkt. Bij een enkel deel zou het daardoor nóg mooier kunnen gaan klinken en misschien is dan de pianobegeleiding ook niet meer nodig. Een pluim voor de sopraansoliste (Maartje Rammeloo) die precies het juiste volume nam om zich door het koor te laten begeleiden en ook in de zachte delen samen met het koor supermooie klanken wist te maken waar iedereen stil van werd. Martijn Sanders, de baritonsolist, nam daarentegen soms te veel volume voor dit werk. Bij de tekst ‘mijn ziel verlangt naar de heer’ knalde het eruit. Het vierde deeltje ‘in remembrance’  heeft iets speciaals door zijn eenvoud met gekleurde akkoorden. Ik hoorde de zon, de tranen en de vogels, en een enkele luisteraar vertelde me achteraf dat Cantate Corde dat deel op hun begrafenis wel zou mogen zingen.

Na de pauze, die we door het warme weer buiten doorbrachten -hoe toepasselijk- tussen de grafzerken van het kerkhof: Ein deutsches Requiem van Brahms. Een werk eigenlijk met de begeleiding van een orkest maar nu quatre-mains op de vleugel door Ben Martin Weijand en André Telderman. Brahms is voor mij de romantische componist die graag met volle akkoorden werkt met vaak kleine afstanden in de laagte, waardoor alles erg donker kan kleuren. Een orkest kan dat met de verschillende instrumenten nog wat uit elkaar halen maar op een vleugel blijven het allemaal lage vleugelklanken dicht op elkaar. Meteen in het eerste deel valt het op dat er zuiver gezongen wordt maar dat de hoge noten van de sopranen erg schel klinken en echt donkerder gekleurd moeten worden. Met waarschijnlijk nog wat zenuwen aan het begin van zo’n zwaar werk klonk het ‘mit Freuden’ net niet “freudig” genoeg, maar opgeteld een heel mooi begin. In het tweede deel miste ik echt het orkest. Hoe goed beide pianisten ook speelden; de spanning die tussendoor opgebouwd moet worden met aanzwellende tonen lukt niet op een vleugel. Het deel zelf luistert heel makkelijk en werd met overgave gezongen. De sopranen lieten nu bij wat hoge noten trouwens horen dat ze wel mooi kunnen kleuren. In het derde deel zingt de bariton een solo waarbij hij nu wel subtiel zingt en waarbij het koor in enkele moeilijke polyfone passages laat horen dat het de draad niet kwijt raakt en alles netjes onder elkaar blijft klinken. Zelf vind ik dat Brahms zichzelf wat voorbij heeft gecomponeerd: er zijn op enkele momenten gewoon teveel muzieklijnen en teveel nootjes. Na een korte pauze voor het koor – het was warm en vermoeiend genoeg een deeltje (Wie lieblich sind deine Wohnungen) dat door veel andere koren ook los gezongen wordt. Het valt me weer op dat dirigent Carl van Kuyck alles duidelijk aangeeft voor het koor. Weer een deel nu met sopraansolo waarbij de samenklanken met het koor helemaal goed zitten. Deel zes is er een met veel koorgeweld waarbij te horen viel dat het koor tegen haar grens zong. Knap dat het niet vals werd en alle hoogtes en groepsinzetten goed waren. Het laatste deel (Selig sind die Toten) is er een met veel verschillen in dynamiek en dat liet het koor prima horen. Het was er allemaal; mooi zacht, crescendo’s en forse uithalen. Zo ebde het stuk in de laatste maten mooi weg.

 

Een trouwe luisteraar
Jos Schenkelaars